Schoorvoetend liep ze langs de kust van de liefde. Met man en macht negeerde ze de demonen van het falen. Hoe kon ze hem nu vertellen dat het haar niet gelukt was? Ze ontmoette de Wijze in de grot van illusies. Prachtige beelden van vals verlangen, conditionering en geluk door hebzucht, sierde de wanden.
Het schouwspel was zo gemaakt dat het mooi leek, geluk leek, liefde leek. Totdat je echt goed keek, dan zag je de leegte, de holle ogen, de afwezigheid en de demonen.
Ze was hier eerder geweest, jaren geleden, toen haar hart bloedde en haar geest het zat was. Ze had zich verloren in de beelden op zoek naar redding en de mogelijkheid om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven.
Dit keer raakte ze niet afgeleid.De Wijze wachtte geduldig en leek net zoals de vorige keer dwars door haar heen te kijken. Ze had destijds met hem gesproken over de blokkade op haar hart. Over haar angsten om kwetsbaar te zijn. Over haar licht dat bijna doofde. Over het leed dat Atlas droeg.
Hij had haar heengezonden om het geheim van haar blokkade te ontdekken. En ze had gezocht, ze had gewerkt, ze was dieper gegaan dan ooit. En toch was de blokkade niet weggegaan.
Hij glimlachte een tandeloze lach.
‘En?’ Vroeg hij haar.
Ze haalde haar schouders op en keek naar de vloer. Zijn zware schorre stem klonk vol medeleven toen hij haar vroeg;
‘Wat heb je gedaan?’
‘Ik ben diep in mijn hart gegaan en heb mijn wonden geheeld. Ik heb hard gewerkt en veel gebeden om verlossing en leiding.’
‘Verlossing waarvan?’
‘Van de blokkade op mijn hart’
De Wijze sloot zijn ogen en keek haar aan.
‘Je bent verlost. Ik zie geen blokkade.’
Hoe kon ze aan een Wijze vertellen dat hij het verkeerd zag. Haar hart was wel degelijk geblokkeerd dat wist ze zeker.
‘Waar ben je op dit moment?’
Vragend keek ze hem aan en antwoordde aarzelend.
‘Bij u.’
‘En waar zijn wij?’
‘In de grot van de illusies’
‘Wat is de woonplaats van de illusie’
‘Mijn hoofd, mijn gedachten, mijn projecties.’
‘Dus waar zit je blokkade?’
Tranen vulde haar ogen, ze ademde diep in en begreep wat de Wijze bedoelde. Zijn ijs blauwe ogen vol met warmte staarde in de hare.
‘In mijn hoofd. Er is geen blokkade, ik verzin het.’